Mijn vader had vroeger een moestuin. Het hele jaar door aten we uit de moestuin. In de zomermaanden vers zo van het land op het bord en ’s winters aten we de groenten die was ingevroren. Zo ging het bij ons thuis en bij iedereen uit de buurt. Je at wat het land je gaf.
Toen ik het huis uit ging, studeren en werken werd de supermarkt de voedselvoorziener. Lekker handig, alles in een keer in huis en hop door met het drukke en stressvolle leven van elke dag.
Die keer dat ik voor de Kerst prachtig rode aardbeien kocht kan ik me nog goed herinneren. Aardbeien in de winter terwijl er sneeuw ligt. Hoe lekker zou dat wel niet smaken bij het kerstdiner? Nou, de aardbeien – ze zagen eruit als aardbeien rood en groot – smaakten eigenlijk nergens naar. Wat een teleurstelling. Maar ja hoe lang was het al geleden dat ik echt de smaak van tomaten, wortel en prei had geproefd?
Ik nam de proef op de som en ging in de natuurwinkel groenten kopen. Dat was al een smaaksensatie: tomaten smaakten naar tomaat en wortels naar wortels en ga zo maar door.
Inmiddels eet ik alleen groenten die direct van de producent komt: de lokale tuinderij of kweker. Dat voelt goed en nog belangrijker: het smaakt voortreffelijk. Ik kan het iedereen aanraden!
Door: Elja Bouwmeester
